de muilezel en ik
07:12 | Author: Douwe Jan Schrale
Als ik jou niet in mij heel
Wie ben ik dan.
Waar loopt mijn weg
Als ik jou niet mijn vergeving geef.
en ik de jouwe niet kan zien.
Wanneer ik je niet lief heb,
mijn ogen van jou afhoud
Wat ben ik dan nog dan stof in het heelal.

Ik wil je wel in mijn armen nemen
en dragen zeven dagen dragen langs de zee.
maar mijn armen zaken langs mijn lichaam
Mijn nek voelt als methaanzuur opgesloten
in een ondergrondse bunker

Wie zijn wij als ik altijd moet dragen..
en jij niet meer kan lopen. Ik moet lachen
om je grappen. wie zijn wij.?
ketters breken ketenen.
stil.. stil .. stil... staat de tijd
Mijn eerste roman
15:30 | Author: Douwe Jan Schrale
Onder het hoge water drijft de zee.
Voorbij de golven daar leven de adelaars.
Achter hun vleugels ligt het strand waar de schepen liggen.
Tussen de scheve planken leven roze wormen.
Deze kleine kronkelaars voeden zich met resten vis, achtergelaten door de vissers die in de kleine huisjes in de duinen leven ,
De zee meeuwen weten dat.. Dit komt door jaren ervaring in hun tijdloos ambacht. Soms slokken ze een restje vis naar binnen, soms een dikke worm, en soms een splinter.
Ik verbeeld me het geluid van een zeemeeuw met een splinter..
Luguber als mijn gedachten soms zeilen.
Lijkt deze zich alleen te manifesteren in geluid.
Grgaaarghhraag klinkt het over het water.
Arm beest zegt de stem in mijn hoofd,
en ik loop verder.
18:23 | Author: Douwe Jan Schrale
Ik kan het niet meer begrijpen niet meer verstaan.
Verloren dobbert mijn hoofd lichaamloos over de zee.
Hij denkt en denkt en denkt en denkt.
en ik doe ook nog een beetje mee.
Ik droom en denk en schud en denk.
Zee water in mijn mond tranen in mijn ogen.
Hoe meer ik denk hoe meer ik huil...
Ik weet niet hoe lang de zee al ruist.
Ik weet niet hoe lang de droom al schommelend mijn bewustzijn inslaap wiegt.
Er is alleen nog maar de kunst die mij laat zijn wie ik werkelijk ben.
De liefde.. zonder gedachtes
Tussen het gras
14:06 | Author: Douwe Jan Schrale
Ik steek ze in de aarde,
laat ze trekken aan het water.
Tot ik de lucht kan gaan bestijgen
en eindelijk kan branden in het nu

Om met jou te kunnen dansen,
om met jou te kunnen vrijen,
om met jou te kunnen spelen,
in de zon te kunnen strelen.

Kijk hoe ik bloei, hoe ik eindelijk bloei
De winter bleef achter en ik kon niet wachten
Tot de zon mij deed groeien, deed bronzen, deed bloeien.

Ik, voor de bij voor de mug. ik ben
Ik ben voor de vlinder, ik ben ik ben
Ik ben voor mij zelf
ik ben, ik ben, ik ben onzichtbaar voor mij zelf
maar niet voor jou ogen
ik ben