Net als iedereen. OORD 2009 Gedicht.
14:10 | Author: Douwe Jan Schrale
Je zwemt tussen glimlachen.
In een zee vol met taken.
Overal mensen
Overal vragen.
je hoofd is een rots.
En je gaat recht door zee.
Je weet toch al lang.
Zo veel stres je doet nooit meer mee.

Waar is die ene stekker.
Waar is die nou naartoe?
Dat ene lampje
Kabel knopje..
Schroevendraaier hamer. Suikerspinmachine
Alles rustig in de kom.Over en sluiten
ruist een kwijtgeraakte porto, in het gras

Je glimlacht naar de nestelende mensen.
Flirtend tussen klank en dans.
Bewonderend verwonderd .
Maar jij ?. jij slikt en rent weer door ..
Hoe komt het dat ik de Bas niet hoor.
Waar is die band gebleven die hier net stond.
Waarom heeft die violist een grote mond.
We kunnen haar toch niet betalen..

In stille hoop slenter je naar de backstage.
Waar Vrijwilligers zweven tussen stomende knakworst
Daar je neer tussen de witte bolletjes
slurpende blikjes energie drink En een liefde volle glimlach. B
brengen het vuur weer in je ogen.
Door gaan door gaan, door gaan.
Waar is de Hamer.. waar is de Hamer. Waar is die eindeloze hamer.
de duisternis slaat in. Wc rollen fikken
terwijl jij het laatste lampje aandraait.
De duisternis brengt nog meer schoonheid.

Langzaam sluit de zwarte nacht het park
De laatste lichtjes sterven waar niemand meer mag lopen
Hier en daar wordt al een podium neer gehaalt..

het park wordt weer Emmeloords
Alleen op het vol gelopen middenveld.
Daar waar dansend publiek de kom herkuilt.
tot Polderse proporties waar we trots op kunnen zijn.
Heerst het laatste verzet tegen de stilte.



Het is mooi geweest je kan niet meer.
De mens die deint ook die verdwijnt
Vol warme gevoelens. Naar huis naar haard.
Naar kind naar paard .naar boerderij, naar rijtjeshuis. Naar bed.


Jij niet jij glimlacht en staart naar het vuur.
De vlammen wakkeren je in slaap
Een regen druppel op je hoofd is als een wekker op zondag morgen
Subcos schrikken uit hun rol
Iedereen is in een klap afbreker geworden.
Niks te maren Sneller. Sneller Sneller .

Je voelt hoe iedereen zich voelt.
Een zoals iedereen en je bent blij..
Kappot zoals iedereen en je bent blij
Nat zoals iedereen en je bent blij
Want je hebt het weer geflikt. Net als iedereen.

Je verlangt stiekem al weer naar volgend jaar.
God zei dank duurt het nog een jaar
En kun je nu gaan douchen
Slapen dromen.
net als iedereen.
Eindelijk rust.
down with Ellis
09:15 | Author: Douwe Jan Schrale
En ik ben niet meer dan dat ik ben niet meer dan dat ik denk te zijn. boven al ben ik heel klein, kleiner dan een plush konijn, kleiner dan haar oogjes, haar neusje en haar puntige oortjes maar boven alles kleiner dan haar zachte jasje van vuurrood vossenbont dat ik als een deken draag. maar wat zich vaker als een tent gedraagt als ik de slaap weer vat.

Zie je het niet konijn. Zie je niet hoe groot ik ben. Hoe groots ik ben. hoe hoog ik ben hoe laag ik ben hoe ongelofelijk laag ik ben. Laag bij de grond waar zand de rotsen raakt. laag bij de grond waar ik me zelf tegen kom in de schittering van de zandkorrels.

Daar tussen die Schittering zie ik korrels hagelslag,door mieren gedragen

Of is de slag niets anders dan een mier zonder pootjes.. en draagt nu de levenslustige de zieleloze op zijn rug terug naar het nest, terug om opnieuw bevrucht te worden met passie voor zijn koningin. passie waar elke mier verslaaft aan is. zoete zoete druppels lichaamshoning. lijm voor kolonie slavernij voor de vrije geest.

Ik kan er boven al mijn brood niet mee versieren. Want ik moord geen onschuldige wezens. ook niet per ongeluk

Het is niet hun schuld dat ze op hagelslag lijken.